‘Respijthuis levert gebruikers veel op en voorkomt ook nog eens een heleboel uitgaven’

Een plek waar je bij geestelijke nood even tot rust kunt komen, zodat je niet nog verder in de knoop raakt. Waar je lawaaiige buren tijdelijk kunt ontvluchten, zodat je stressniveau weer daalt. Of waar je een paar dagen rustig kunt nadenken en praten over bijvoorbeeld je woonprobleem, zodat je uiteindelijk niet écht op straat komt te staan. Zo’n plek is het Respijthuis Amerbos in Amsterdam-Noord. Louise Olij, directeur Zorgontwikkeling en Onderzoek bij initiatiefnemer HVO-Querido, en Martijn Fuldner, persoonlijk begeleider met ervaringsdeskundigheid bij Amerbos, vertellen hoe een respijthuis kan voorkomen dat mensen verder in de problemen raken, en meer. “Je zou er eigenlijk een maatschappelijke business case voor moeten maken, want deze vorm van preventie voorkomt niet alleen leed, maar ook een heleboel uitgaven.”

Bij HVO-Querido werd de vraag al gesteld voor Amerbos ruim vijf jaar geleden van de grond kwam: wat kan helpen om te voorkomen dat mensen in een moeilijke positie écht in de problemen raken? Een respijthuis was een van de preventieve oplossingen die steeds werd genoemd. Alleen: in Amsterdam is het misschien nog wel moeilijker dan waar ook om een geschikt pand te vinden. En juist toen deed zich een gelukje voor. Een pand dat al van HVO-Querido was, bleek niet meer geschikt voor jongerenhuisvesting en kwam precies op het juiste moment vrij. Olij: “En toen zei het bestuur tegen ons: begin maar!”

Wij zitten aan de preventieve kant en proberen een crisis te voorkomen

Het was moeilijk te zeggen of er mensen waren die daadwerkelijk net over het randje gingen omdat er nog geen respijthuis was, vertelt Olij. “Maar je merkte de vraag wel op in de dagelijkse praktijk. Bij mensen die bij ons in een voorziening zaten, en behoefte hadden om er éven uit te zijn, om tot rust te komen. Er waren verder wat voorbeelden van zulke projecten in het land, maar niet veel. Want de grote vraag was: hoe financier je dit? In het begin hebben we daarom zelf geïnvesteerd in deze pilot. Inmiddels is er structurele financiering vanuit de gemeente, als logeeropvang.”

In principe is iedereen welkom in het respijthuis, maar er zijn wel een paar voorwaarden: iemand moet 18+ zijn, een geldig legitimatiebewijs kunnen tonen en tijdens het verblijf zonder middelen kunnen. Bovendien moeten gasten een vaste woon- of verblijfplaats hebben. De meeste mensen die er komen wonen zelfstandig en worden vanuit de GGZ aangemeld. Fuldner: “Voor mensen die geen dak boven het hoofd hebben zijn er weer andere projecten. Wij willen ook niet iemand weer de straat opsturen na het maximale verblijf hier. Dan kan iemand beter op wachtlijst voor het passantenhotel van HVO-Querido staan of naar het Stoelenproject gaan. Iemand die dakloos is, zit al in een crisis. Wij zitten aan de preventieve kant en proberen die crisis juist te voorkomen.”
 

Mensen kunnen constructief gesprek aangaan, niet vanuit de emotie

Maar stel dat iemand wegens spanningen of huurachterstand uit huis dreigt te worden gezet. Dan kunnen we wel zeggen: verblijf een paar dagen of een week bij ons, kom tot rust en zet het allemaal even op een rijtje. Mensen kunnen daarna vaak op een constructieve manier het gesprek over hun probleem aangaan, en niet vanuit de emotie. Er is hier een maximumduur van twee weken achtereen per verblijf. En per jaar mag iemand maximaal zes weken hier zijn. Sommige mensen hebben die volle zes weken nodig. Anderen komen de eerste keer een week, en daarna een paar dagen of een weekend, als ze het lastig hebben.’’ 

Olij: “In een wat breder perspectief zie je dat steeds meer cliënten ambulante begeleiding krijgen, en dus zelfstandig in de wijk wonen. Voor hen zetten we verschillende manieren van begeleiding in, en daar hoort de optie 'wat als het even niet goed gaat' ook bij. Daarvoor is een respijtvoorziening een goede mogelijkheid. Een respijthuis is één van de voorzieningen in een breed palet van wat er nodig is in de maatschappelijke ondersteuning van mensen met een psychische kwetsbaarheid. Als mensen echt in crisis zijn is er snelle inzet van de GGZ of crisisopname nodig. Een respijthuis is voor preventie bedoeld. Daarnaast werken we daarom ook echt aan community building. Begeleiders hebben daarin de rol om verbinding te maken met buren, met de omgeving. Mensen in contact te brengen met elkaar, of activiteiten te organiseren. Daardoor voelen cliënten zich beter thuis in de wijk. En als het dan toch even niet gaat, dan hebben we óók nog een respijtvoorziening.”
 

We hoeven niet tegen een negatieve houding op te boksen

De contacten met de buurt zijn bij Amerbos goed, aldus Fuldner. Hij merkt niets van stigmatisering van de mensen die in het respijthuis verblijven. “We zitten midden in een woonwijk, en alleen aan het bordje voor de deur zie je dat we van HVO-Querido zijn.” Lachend: “En we hebben twee geweldige katten. Dat vinden de mensen uit de buurt fantastisch, jong en oud. Dat geeft ook aanleiding om even langs te komen voor een praatje.” Er is bovendien geregeld buurtoverleg, en daarin weten mensen de begeleiding te vinden als er al eens iets aan de hand is.

“We hoeven zeker niet tegen een negatieve houding op te boksen”, zegt Fuldner. “Dat komt ook omdat wij er juist zijn om problemen te voorkomen. Onze gasten zijn niet heel erg ontremd of zo. De buurt heeft denk ik heel vaak gewoon niet eens in de gaten dat we er zijn. We hebben een nogal uiteenlopende doelgroep. Het varieert van eenzame mevrouw van driehoog achter tot iemand die na een detox nog niet naar huis durft. Daarom is het hier middelenvrij en alcoholvrij. We willen geen verkeerde triggers.” 
 

'Je zou er eigenlijk een maatschappelijke business case voor moeten maken, want deze vorm van preventie voorkomt een heleboel uitgaven.'

Olij was niet alleen betrokken bij de aanloop van Amerbos, maar geeft nu leiding aan een bureau dat ook onderzoek naar respijtvoorzieningen heeft gedaan. Een van de vaststellingen was dat het Amsterdamse respijthuis zijn bestaansrecht inmiddels wel heeft bewezen. “Er is met cliënten gekeken of het heeft geholpen in de behoefte die zij hebben. Zij zijn er positief over, en dat is het echte bestaansrecht”, zegt ze. “Verder krijgen we veel vragen van gemeenten en instellingen die óók een respijtvoorziening willen, omdat zij die behoefte inmiddels ook zien.

Het vinden van een pand is daarbij vaak een obstakel, vooral in grote steden. En je moet de gemeente mee hebben voor de financiering. Het pand waar Amerbos nu zit was niet meer geschikt voor langdurige opvang, vanwege te kleine slaapkamers. Dus ik zeg tegen andere gemeenten: heb je nog zo'n pand, maak er een respijthuis van! Doe dat in samenwerking met alle betrokken partijen, en dan levert het echt veel op. Je zou er eigenlijk een maatschappelijke business case voor moeten maken, want deze vorm van preventie voorkomt een heleboel uitgaven. En dat dan nog naast de waarde die het voor de bezoekers zelf heeft.” 
 

Ik kijk naar hoe iemand ís en naar wat iemand nodig heeft

Amerbos heeft in vijf jaar zo’n 600 mensen onderdak geboden. Er werken gemiddeld tien mensen, van wie de helft vrijwilligers. Fuldner: “We hebben tien plaatsen en zitten geregeld vol. Het is een kortdurend verblijf, dus er is na een paar dagen meestal wel weer plek. Ik denk dat we gemiddeld voor 80 procent vol zitten.” In de loop van de tijd zijn al vijftien vrijwilligers doorgegroeid naar een betaalde baan bij HVO-Querido of elders. Fuldner was een van hen, en net als een aantal anderen is hij ook ervaringsdeskundige. “Mijn ervaring is een angststoornis, en een beetje dwang en depressie. Ik vertel bezoekers van Amerbos wat mij heeft geholpen, en dat geeft mensen hoop en steun. Ik kijk niet naar iemands diagnose. Die hoef ik niet te weten. Ik kijk naar hoe iemand ís en naar wat iemand nodig heeft. 

“Daarnaast schrik ik denk ik wat minder snel en ga ik met iedereen over alles in gesprek, vanuit gelijkwaardigheid. Werken bij Respijthuis Amerbos kwam toevallig op mijn pad. Ik zat zelf in een traject van sociaal sterker worden en terugkeren op de arbeidsmarkt. Mijn begeleidster zei: misschien is dit vrijwilligerswerk iets voor je? Een paar dagen later was ik al bezig het huis geschikt te maken voor de eerste gasten, en later kwam ik dus in dienst. Olij: “Eigen ervaringen delen, diagnose- en waardenvrij denken en er zijn voor de mensen. Dat zijn de sterke kwaliteiten van mensen die ook ervaringsdeskundigheid hebben.”
 

Respijtvoorzieningen helpen écht bij preventie

Het belangrijkste dat hij voor de gasten kan betekenen is dat ze zich weer mens voelen, zegt Fuldner. “Dat ze zich gewaardeerd voelen en echt welkom zijn. Als mensen weer naar huis gaan, zeg ik altijd 'dankjewel'. Dat ze er geweest zijn. Dat ze zelf de verantwoordelijkheid hebben genomen voor hun proces hier. Dat ze zich weer sterk genoeg voelen om verbinding met mensen aan te gaan. De belangrijkste regels zijn: nuchter zijn, je normaal gedragen en normaal met elkaar omgaan. We hebben Netflix, we doen spelletjes, we wandelen, er is een beweegroute rond het huis en we hebben een kleine sportruimte. Ook is er wekelijks een gespreksgroep om over herstel te praten voor wie dat wil. Mensen mogen dat allemaal ook blijven doen als ze hier niet logeren.”

“Het gaat om persoonlijk herstel”, vult Olij aan. “Als mensen zich weer beter voelen, dan willen ze weer aan activiteiten deelnemen en aan zichzelf werken. En sommigen willen ets voor anderen gaan betekenen, en komen dan als vrijwilliger terug. Je helpt mensen soms ook uit een isolement, door ze een netwerk te bieden. Door ze te laten zien dat ze niet raar zijn, en dat ze echt wel wat kunnen. Respijtvoorzieningen helpen écht bij preventie, en dat is wat iedereen wil. Dus ik verwacht dat er in Amsterdam meer komen. En we krijgen ook verzoeken uit andere plaatsen om te helpen met opzetten van een vergelijkbaar iets. Ik zie het voor me dat we in nieuwbouwprojecten straks bijvoorbeeld een paar logeerplaatsen inrichten. Of plekken waar mensen even komen eten of koffiedrinken. Nóg gewoner dan Amerbos.”