Het educatieproject: met een uitkering toch naar school

Dakloze jongeren in de opvang missen vaak perspectief – een stap naar de toekomst. Soms hebben zij hun school niet af kunnen maken. Het Straat Consulaat in Den Haag pakte dit signaal op. Met het educatieproject ‘Weer naar school’ krijgen (voormalig) dakloze jongeren, ook als ze schulden hebben, de kans om alsnog een opleiding te volgen. Oftewel een startkwalificatie te behalen, broodnodig voor het vinden van een baan. 

“Uniek aan ons project is dat jongeren terug naar school kunnen mét behoud van uitkering”, begint Evelien van den Bergh, projectleider van het educatieproject bij het Straat Consulaat, belangenorganisatie van dak- en thuislozen in Den Haag. “In veel gemeenten gaan schulden en een opleiding niet samen. Jongeren met schulden krijgen immers het advies om een baan te zoeken, zodat ze hun schulden kunnen afbetalen. Los van het feit dat die baan zonder startkwalificatie moeilijk te vinden is, zijn jongeren in de opvang vaak nog helemaal niet aan werken toe. Ze moeten eerst weer in een ritme komen en ontdekken wat ze willen. Voor deze jongeren is het vaak beter om eerst weer naar school te gaan.”

Een startkwalificatie is het minimale onderwijsniveau dat nodig is om een baan te vinden: minimaal een diploma van het mbo (niveau 2 of hoger), de havo of het vwo.

De training ‘Weer naar school’ van het Straat Consulaat

De Straat Consulaat zette het inmiddels succesvolle educatieproject ‘Weer naar school’ op. Een training bij het roc Mondriaan voor (voormalig) dak- en thuisloze jongeren, als opstap naar een mbo-opleiding en opmaat tot zelfredzaamheid. Deelnemers gaan twaalf weken lang drie middagen per week aan de slag met Nederlands, rekenen en beroepsoriëntatie.

Ze komen weer in het schoolritme van leren en huiswerk maken, maar ze leren ook samenwerken, op tijd zijn, afspraken nakomen: vaardigheden die in hun opleiding – en straks in hun baan – goed van pas komen. Ze halen hun kennis op, ontdekken waar ze goed in zijn en maken een keuze voor het vervolg. Het Straat Consulaat begeleidt de deelnemers bij het vinden van een leer-werkplek, waarna het leer-werkbedrijf ze kan aanmelden bij een mbo-opleiding.

Om deel te nemen aan de training is er weinig nodig: een flinke dosis motivatie en een briefadres zijn voldoende. Het Straat Consulaat regelt vervolgens dat de deelnemer voor de duur van de opleiding mag studeren met behoud van uitkering.

Van opvang naar opleiding: hoe is dat in de praktijk?

De training ‘Weer naar school’ van het Straat Consulaat maakt de stap van opvang naar opleiding kleiner – en soepeler. Zo heeft ook Julia ervaren. Nog niet zo lang geleden woonde ze in een tentje en kampte ze met een alcoholverslaving en schulden. Nu volgt Julia een mbo-opleiding maatschappelijke zorg. “Ja, jullie vinden mij straks aan de andere kant van de balie”, lacht ze.

De hulp die ze kreeg van het Straat Consulaat en de opleiding die ze nu mag volgen, ziet ze als een grote kans. “Het gaf me weer een doel, zingeving. In de training ben ik erachter gekomen wie ik ben en wat ik leuk vind. Werk zag ik altijd als iets om geld mee te verdienen, meer niet. Nu ervaar ik hoe het is om ’s morgens op te staan en iets te gaan doen waar ik zin in heb. En ik weet zeker dat het me gaat lukken.”

Hoe overtuigd Julia nu klinkt, zo onzeker was ze toen ze voor het eerst bij het Straat Consulaat aanklopte. “Bij alles dacht ik toen: dat gaat niet lukken.” De training gaf haar zelfvertrouwen. Ze legt uit waarom het in haar eentje niet lukte, en nu wel. “Vroeger was ik onzeker over iedere stap; nu krijg ik steun bij alles. Het Straat Consulaat begeleidde me in wat ik wilde doen, gaf informatie over open dagen, regelde dingen bij de gemeente en vroeg fondsen voor me aan om het lesgeld te kunnen betalen. Behalve met praktische zaken, hielpen ze me ook met zelfontplooiing, waardoor ik motivatie kreeg en in mezelf ging geloven.”

Ze vond het fijn dat ze zelf mocht kiezen wat ze wilde gaan doen. “Ik moest nadenken over vragen als: waar word je gelukkig van, wat vind je leuk, waar ben je goed in. Zo had ik er nog nooit naar gekeken. Zonder de hulp van het Straat Consulaat denk ik niet dat ik vandaag een opleiding had gevolgd. Dan had ik niet geweten waar ik moest beginnen. Dan had ik niet eens geweten dat dit allemaal mogelijk was! Het heeft me echt gered.”

De jongere staat centraal

Het verhaal van Julia laat zien dat het educatieproject een duurzame verandering teweegbrengt. We vragen projectleider Evelien welke elementen nodig zijn om er een geslaagd traject van te maken. “Ten eerste stellen wij de jongere centraal. We hebben een persoonlijke benadering en kijken steeds opnieuw wat elke individuele cursist nodig heeft. Iemand die eerder op school is gestrand, weet vaak niet welke kant hij of zij op wil. De jongere doet dan een capaciteitentest en voert gesprekken met de decaan van het roc. Zo ontdekken deelnemers wat bij hen past. Dit vergroot de kans dat ze hun studie afmaken en straks een baan vinden die bij ze past, en die baan ook behouden.”

Breed vangnet

“Daarnaast betrekken we de hulpverlening erbij. Dat klinkt misschien logischer dan het in de praktijk is. Het hulpverleningstraject, bijvoorbeeld begeleid wonen, is er vaak op gericht om mensen zelfstandig te maken. Jongeren die veel hebben meegemaakt, vinden het meestal lastig om die stap in hun eentje te zetten. Omdat we samen met de hulpverleners een plan maken hoe we de jongere gaan begeleiden en wat we boven tafel willen krijgen, vormen we ook samen het vangnet.” Deelnemers steunen elkaar ook. “Ze vormen al snel een hechte groep. Dat ze van en met elkaar leren is beslist een meerwaarde.”

Studiefonds voorkomt uitval

Een derde pijler is het aanvragen van fondsen voor de studiekosten. Hiermee wil het Straat Consulaat voorkomen dat jongeren uitvallen om praktische redenen, bijvoorbeeld omdat ze de boeken niet kunnen betalen of geen geld hebben voor de trein. Evelien: “De schuldhulpverlening is eigenlijk een lange pauze waarin mensen niet verder komen. Met onze aanpak zorgen wij dat deze jongeren ondertussen wél verder kunnen groeien.”

Evelien van den Bergh, projectleider educatieproject bij het Straat Consulaat

Behoud van uitkering

Dat jongeren mogen gaan studeren met behoud van uitkering, speelt een grote rol in het succes van het project. Een aspect dat beslist vernieuwend is te noemen, maar ook meteen een knelpunt, erkent Evelien. “De jongeren die bij ons de training willen volgen, hebben vaak schulden. Op het moment dat iemand weer naar school gaat, maakt hij of zij als het ware een nieuwe schuld – en dat past niet binnen een schuldhulptraject. Daarom zoeken we samen met de afdeling Werk en Inkomen van de gemeente voor iedere jongere naar maatwerkmogelijkheden. Om ze zo toch in te laten stromen in onderwijs, met behoud van uitkering.”

Evelien denkt dat deze knelpunten ontstaan doordat de regels steeds het uitgangspunt zijn. “Het zou beter zijn om de jongere als uitgangspunt te nemen.” Daarom pleit ze ervoor dat gemeenten beleid maken over jongeren met schulden die hun opleiding willen afmaken of met een studie willen beginnen. Op die manier kunnen jongeren naar school zonder dat ze dit hoeven te verantwoorden aan schuldeisers.

Bijsturen

Wie iets nieuws wil opzetten, moet flexibel kunnen bijsturen. Evelien vertelt dat toen de lessen in de ochtend waren er regelmatig iemand te laat kwam. “Het dag- en nachtritme van deze jongeren is vaak verstoord. We hebben de lessen daarom verschoven naar de middag en nu gaat het veel beter.”

Gaandeweg merkten ze dat het niet voor alle cursisten even vanzelfsprekend was om na de training door te stromen naar een opleiding. “Veel jongeren zijn het vertrouwen in zichzelf en anderen verloren. Daardoor bleek de stap naar een leer-werkplek voor sommigen net te groot. Ze ervaren een belemmering in zichzelf, bijvoorbeeld de angst om te worden afgewezen. Sinds kort hebben we de training met twee weken verlengd, waardoor we het nemen van die stap samen kunnen oppakken. Zo helpen de jongeren elkaar de drempel over.”

Ook contact na de training

Na de training verliest het Straat Consulaat de jongeren niet uit het oog. “We informeren hoe het gaat met de studie en of het lukt met praktische zaken. De jongeren krijgen ook coaching vanuit de opleiding en stage.”

Het kan voorkomen dat een deelnemer na de training wordt afgewezen bij diverse opleidingen of er toch nog niet aan toe is om naar school te gaan. Dat wil niet zeggen dat er geen vooruitgang is geboekt, weet Evelien. “Sommige deelnemers hebben eerst baat bij vrijwilligerswerk, zodat ze ondertussen kunnen werken aan stabiliteit en zelfstandigheid. Onderschat ook de effecten op persoonlijk vlak niet”, zegt Evelien. “Voor veel jongeren is het al heel wat om weer eens een succeservaring op te doen. Het maakt ze enthousiast om stappen te zetten; het geeft ze perspectief.”

Andere zienswijze

Wat zou je tot slot tegen andere gemeenten willen zeggen? Evelien: “Als we willen dat jongeren duurzaam uit de opvang stromen en niet terugvallen, hebben we een andere zienswijze nodig. Dan moet er echt een knop om. Dat is een investering in tijd. En ja, het kost ook geld. Maar als je ervoor kunt zorgen dat iemand de rest van z’n leven uit de bijstand blijft, wat is dan een investering van twee, drie jaar? Dat sommetje is snel gemaakt.”

Julia kreeg de verlenging van haar uitkering van twee naar drie jaar voor elkaar en mag haar opleiding afmaken. Inmiddels heeft ze er een stage opzitten, waar ze een baan kreeg aangeboden. “Ik ga met zo veel plezier naar mijn werk nu!” Uiteindelijk bleek de verlengde uitkering niet eens nodig. Trots: “Nu ik werk naast mijn studie krijg ik gewoon salaris.”

Tips van het Straat Consulaat

  • Werk samen met een onderwijsinstelling die een vooropleiding of oriëntatieperiode aanbiedt. Vraag het roc of de RMC-coördinator in jouw regio om hiervoor een traject in te richten als dat er nog niet is. Het roc Mondriaan heeft een mooi traject van 12 weken staan. Branka Tomic, Adjunct schooldirecteur Taal+ School roc Mondriaan, kan meer vertellen over de 12-weekse training: b.tomic@rocmondriaan.nl.
  • Werk samen met het jongerenloket Werk en Inkomen en schuldhulpverlening van de gemeente om goede afspraken te maken over het belang van terug naar school gaan. Zorg voor een breed netwerk van mensen die ‘out of the box’ willen meedenken over maatwerk binnen de Participatiewet.
  • Zorg voor goede begeleiding van de jongere. Het is nodig dat jongerenwerkers of mentoren durven aan te pakken. Sommige jongeren hebben bijvoorbeeld straatvrees en gaan daarom niet naar school. Ga dan bij hem of haar langs voor een praatje, en help de jongere weer op weg.
  • Na afronding van de 12-weekse vooropleiding kunnen jongeren via het Straat Consulaat een vergoeding aanvragen voor een vervolgopleiding bij een vermogensfonds. Het helpt om warme banden te onderhouden met deze fondsen. Stuur bijvoorbeeld een foto van de eerste schooldag of diploma. Dat wordt ontzettend gewaardeerd.
  • Tot slot: ga gewoon aan de slag. Uiteindelijk levert het veel op!

Wil je meer weten over de ‘Weer naar school’-training en de werkwijze van het Straat Consulaat? Evelien van den Bergh (evelien@straatconsulaat.nl) en haar collega Joy Falkena (joy@straatconsulaat.nl), de oprichter van het project, vinden het leuk als je contact met hen opneemt. Of neem een kijkje op de website van Straat Consulaat

Actieprogramma dak- en thuisloze jongeren 2019-2021

Elke jongere moet in staat zijn om een opleiding te volgen of zich op een andere manier te ontwikkelen. Dat is een van de focuspunten van het Actieprogramma van het ministerie van VWS. Onder de actielijn 3: persoonlijke ontwikkeling en scholing stimuleert het Actieprogramma dat jongeren in staat worden gesteld een opleiding te volgen en een startkwalificatie te halen. Gemeenten,  onderwijsinstanties en RMC’s (Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voorkomen voortijdig schoolverlaten) kunnen hiervoor zorgen door goed samen te werken. 

Het is daarbij belangrijk om vroeg te signaleren dat een jongere op straat dreigt te komen. RMC's kunnen dan zelf op tijd handelen of de juiste partijen inschakelen. Ook hebben RMC’s een taak als het gaat om het toeleiden van jongeren die uitstromen uit jeugdzorg richting onderwijs of werk. Ingrado, de koepelorganisatie van RMC’s, is daarom een belangrijke partner van het Actieprogramma op deze actielijn.

Julia is niet haar echte naam.