Leger des Heils en IKEA investeren samen in woningen – en in daklozen
De maatschappelijke opvang zit vol: mensen stromen niet door naar een eigen woonplek omdat die er simpelweg niet is. Dat scenario zullen veel gemeenten herkennen. Het Leger des Heils bedacht een oplossing en gaat zelf woonplekken bouwen, met hulp van impactinvesteerders. IKEA richt dit jaar 250 woningen in voor cliënten van het Leger des Heils. En doet een financiële donatie. Een verhaal over sociale impact, groei en samenwerking.
In een gerenoveerd postsorteercentrum in Emmen wonen sinds kort 21 daklozen. Of beter gezegd: ex-daklozen, want ze hebben nu een woning met een eigen voordeur. “De tijd van slaapzalen is echt voorbij”, stelt kapitein Harm Slomp, bestuursvoorzitter van het Leger des Heils, initiatiefnemer van het project. “Er is nu behoefte aan 1-persoonswoningen met een keukentje en badkamer, waar mensen kunnen groeien naar een zelfstandig leven. Het hoeft niet groot of luxe, 25 m2 is al genoeg. Voor veel van onze bewoners is dat mooier dan het paleis van de koning.”
Eigen voordeur
Kasper (34 jaar) is een van de bewoners van het voormalige sorteercentrum in Emmen. Hij is enorm blij met zijn nieuwe woning aan de Weerdingerstraat: “Nu heb ik eindelijk een eigen voordeur en kan ik gewoon op mijn eigen plek mijn dochter ontvangen! Vroeger in de opvang had ik veel minder privacy. Deze woonplek is menswaardig.”
Beleggen in stenen met warmte
De plek waar Kasper woont is gefinancierd door impactfonds WoonVermogen van het Leger des Heils. Dankzij de inleg van investeerders worden de komende jaren 250 woningen gebouwd voor dak- en thuislozen. Het is een zogenaamde tussenwoonvorm met begeleiding voor mensen uit de maatschappelijke opvang.
De investeerders van WoonVermogen steken hun geld in bouwprojecten met sociale impact. Ze ontvangen elk jaar zo’n 2% rente en na tien jaar krijgen ze hun volledige inleg terug. “De investering levert nauwelijks risico op, maar je doet er wel mooie dingen mee. Ons motto is: beleggen in stenen met warmte”, vertelt Slomp.
Voor het Leger des Heils is het niet meer dan logisch om ook eigen geld te investeren. “Als je zoals wij roept dat er meer woonplekken moeten komen, moet je dat pleidooi ook kracht bij zetten. Van elke 75 cent die investeerders inleggen maken wij 1 euro. Er zit nu 20 miljoen in het fonds, goed voor 250 woningen. We gaan voor een verdubbeling, zodat we in totaal 500 woonruimtes kunnen realiseren.”
Maatschappelijk rendement
Investeerders in WoonVermogen kunnen meedoen voor een bedrag van minimaal 250.000 euro en maximaal 1 miljoen. Een bewuste keuze van het Leger des Heils: “We willen geen verzekeringsmaatschappij die in één keer 30 miljoen investeert. Liever werken we samen met meerdere partners die sociale impact willen maken, zoals vermogende families, oud-ondernemers, kerken, maatschappelijke organisaties en bedrijven.”
Een van de partners is woonwarenhuis IKEA. “We zijn blij met deze samenwerking omdat IKEA vanuit maatschappelijke betrokkenheid wil bijdragen aan een thuis voor kwetsbare mensen.”
“We zijn blij met deze samenwerking omdat IKEA vanuit maatschappelijke betrokkenheid wil bijdragen aan een thuis voor kwetsbare mensen.”
IKEA: ‘Een thuis is meer dan een dak boven je hoofd’
Een dakloze die een woning krijgt toegewezen, heeft vaak weinig bezittingen. “Een huis is pas een thuis als je je er prettig en veilig voelt. Ligt er alleen een matras op de grond of kun je je huis gaan inrichten? Dat maakt een groot verschil”, zegt Hanneke van de Vijfeijke, duurzaamheidsmanager IKEA.
“Onze samenwerking met het Leger des Heils is tweeledig”, vertelt Van de Vijfeijke. “We hebben een donatie gedaan aan het impactfonds WoonVermogen, maar wij willen geen cheque uitschrijven en dan weer vertrekken. We willen echt iets bijdragen; doen waar we goed in zijn. Daarom gaan we dit jaar 250 nieuwe woningen inrichten voor cliënten van het Leger des Heils.”
Woongeluk
Een ingericht huis helpt de kersverse bewoner bij het herstel en bij het ontwikkelen van woonvaardigheden. “Denk aan opruimen, schoonmaken en koken, maar ook de administratie bijhouden en goed voor jezelf zorgen. Dat vergroot het woongeluk en geeft mensen weer grip op hun eigen leven, waardoor ze verder kunnen groeien.”
Cliënten van het Leger des Heils die dit jaar een nieuwe woning betrekken kunnen uit verschillende Ikea-pakketten een aangeklede kamer kiezen. Met een bed, matras, nachtkastje en servies voor in de keukenkastjes. Ook aan het beddengoed en een vloerkleed is gedacht. “En een tafel met stoelen, zodat ze iemand kunnen uitnodigen.”
Sociale impact
Met de samenwerking met het Leger des Heils wil IKEA verschil maken, zowel op de woningmarkt als in de levens van dak- en thuisloze mensen. “Dat doen we niet om geld te verdienen. Ikea wil graag een goede buur zijn. Het belang van een veilig thuis is een thema dat dicht bij ons ligt. Dat wij ons nu richten op mensen die geen veilig thuis hebben, is beslist geen toeval. We willen sociale impact creëren.”
Samen sterk
Het probleem van dakloosheid is te groot om het alleen door de overheid op te laten lossen, vindt IKEA. “We moeten onze krachten bundelen. De coronacrisis maakt het belang van een veilig thuis extra zichtbaar: hoe kun je mensen die geen huis hebben vragen om thuis te blijven? We moeten nu echt gaan handelen. Dat gaat het beste als je het samen doet. Ik ben ervan overtuigd dat we dan heel veel voor elkaar kunnen krijgen.”
Intensieve begeleiding
Alle bewoners van de WoonVermogen-projecten krijgen intensieve begeleiding, afhankelijk van hun zelfstandigheid. Dat kan hulp aan huis zijn die 24/7 beschikbaar is, maar ook een kantoortje verderop in de straat. Mensen mogen er zo lang blijven wonen als nodig is, zegt Slomp. “De opzet is om bewoners steeds zelfstandiger te maken, zodat ze op eigen benen kunnen staan en doorstromen naar een sociale huurwoning. Die moet er dan natuurlijk wel zijn. Daarom hebben we met verschillende gemeenten afgesproken dat er een bepaald aantal woningen beschikbaar komt voor onze doelgroep.”
Van opvang naar wonen
De gemeente Emmen verleende het Leger des Heils een eenmalige subsidie om een opvanglocatie te renoveren en dacht mee over het realiseren van de nieuwe woonlocatie. Wethouder Robert Kleine: “Als gemeente willen we groeien naar een inclusieve samenleving, waarin voor iedereen ruimte is om zelfstandig te wonen. Dat moet je niet alleen zeggen, maar ook doen. Ik vind het vanzelfsprekend dat we meewerken aan nieuwe huisvesting die beter aansluit bij onze visie. We willen de stap maken van opvang naar wonen. Dat is zo belangrijk voor iemands zelfrespect en welbevinden. Dit project geeft mensen de mogelijkheid om hun leven weer in te richten op hun eigen manier.”
Wie woningen voor daklozen wil realiseren, komt altijd twee drempels tegen, weet Slomp: “Vergunningen en de buurt.”
Vergunningen
Wie woningen voor daklozen wil realiseren, komt altijd twee drempels tegen, weet Slomp: “Vergunningen en de buurt. Voordat een pand er staat, ben je zo vijf tot tien jaar verder. Die tijd hebben we niet. Als je kiest voor een plek waar de vergunningen al geregeld zijn, kun je tijd winnen. Dan heb je een doorlooptijd van twee tot drie jaar. Dat was het geval bij onze locatie in Utrecht, een pand dat helemaal afgebroken is; er staat nu een prachtig nieuw wooncomplex.”
Not in my backyard
“Voor elk project hebben wij te maken met het ‘nimby’-effect, not in my backyard. De weerstand in de buurt, zelfs als het om slechts een paar plekken voor beschermd wonen gaat, is eigenlijk altijd groot. Dat komt doordat een buurt in risico’s denkt. Daarom moet je goed uitleggen om wat voor doelgroep het gaat, dat er begeleiding is en dat de bewoners uiteindelijk een eigen woonplek elders krijgen omdat ze zoveel hebben geleerd. Het is een appel op maatschappelijke solidariteit.”
Het is daarnaast belangrijk om bezwaren van omwonenden serieus te nemen. “Als iemand zegt: vanuit het nieuwe pand kijk je zo mijn tuin in, moet je daar een oplossing voor bedenken. Samen maken we praktische afspraken waarbij iedereen zich prettig voelt. Een goed hulpmiddel is een appgroep voor buurtbewoners, zodat we snel kunnen communiceren als er iets is. En af en toe iets organiseren waarbij de buurt en de bewoners elkaar ontmoeten”, tipt Slomp. “Als het een poosje loopt, horen we vaak van de buurt dat het meevalt en droogt de appgroep vanzelf op.”
Tip voor gemeenten
Van het gemeentebestuur vraagt het een zekere robuustheid om geluiden van burgers die heel erg tegen zijn te pareren, stelt Slomp. “Tegen gemeenten zou ik willen zeggen: besef dat dit een kleine groep mensen is. De zwijgende meerderheid maakt zich er niet zo druk om. Bedenk ook dat ex-daklozen calculerende burgers zijn: ze zijn zuinig op hun nieuwe plek. Vaak blijkt het in de buurt rustiger dan voorheen.”
Meerwaarde
Gevraagd naar de meerwaarde van het impactfonds WoonVermogen antwoordt Slomp: “Bijzonder aan het fonds is dat we de bouw van woningen mogelijk maken met investeringen van private partijen, dus zonder overheidsgeld. Onze investeerders laten zien dat er draagvlak in de samenleving is om mensen te helpen die weinig of niets hebben. Daar ben ik trots op.”
Meer weten?
Wil je meer weten over de aanpak van het Leger des Heils, over het fonds WoonVermogen of over investeren met sociale impact? Neem dan contact op met lt.-kol. John den Hollander van het Leger des Heils, e-mail: john.den.hollander@legerdesheils.nl.
Tips voor het opzetten van een impactfonds
- Begin bij de eigen organisatie: overwin interne hobbels en zoek draagvlak om risico’s te managen.
- Zoek partners: van de notaris voor het papierwerk tot een organisatie die met gedragsproblemen van bewoners overweg kan. Ook woningcorporaties kunnen een strategische partner zijn. Of zoek samenwerking met een bouwbedrijf.
- De screening van investeerders heeft het Leger des Heils uitbesteed, net als de administratie rond het betalen van de rente.
- Prikkel investeerders met een transparant verhaal: laag risico, hoge impact.
- Zorg dat je risico’s zoals leegstand en onderhoud bij de investeerders weghoudt.
- Stel een onafhankelijk stichtingsbestuur aan.