Eén jongerenregisseur, één plan, één traject

De jongerenregisseur is de spin in het web bij de ondersteuning van dakloze jongeren. Vandaag als coach of vertrouwenspersoon, morgen als vertegenwoordiger of persoonlijke advocaat. Wat zijn de effecten van deze aanpak op maat? En hoe geef je de jongerenregisseur een hoofdrol in jouw gemeente? We vragen het gemeente Haarlem, die er al zes jaar mee experimenteert.

“Sinds de komst van de jongerenregisseur in Haarlem is er minder terugval onder dakloze jongeren. Dat komt omdat wij werken met één contactpersoon, één plan en één traject. Voorheen zaten dakloze jongeren een jaar in de opvang, kwam er niks van de grond, belandden ze weer op straat en dan begon het riedeltje weer van voor af aan.”

Aan het woord is Thomas Witteveen, ketenregisseur dak- en thuislozen bij de gemeente Haarlem en projectleider van het Actieprogramma dak- en thuisloze jongeren. Haarlem is een van de veertien pilotgemeenten en werkt al zes jaar met de jongerenregisseur. Het leverde de stad de Goed op Weg-prijs op, uitgereikt door het Jongerenpanel van het Actieprogramma.

Van trage trajecten naar snel schakelen

Suzanne Wismeijer is een van de vier jongerenregisseurs in Haarlem. Ze werkt bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en richt zich volledig op dak- en thuisloze jongeren van 18 tot 23 jaar. “Veel van deze jongeren hebben een laag zelfbeeld, psychische problemen of een licht verstandelijke beperking en kampen met schulden, een verslaving of een combinatie hiervan. Werken met deze complexe doelgroep is echt een specialisme”, begint ze.

Als zo’n jongere in zak en as zit, geen plek heeft om naartoe te kunnen en zich meldt bij het daklozenloket, krijgt Suzanne direct een belletje. In de eerste week regelt ze meteen de praktische dingen: een plek om te eten, een dak boven het hoofd en zicht op een inkomen en een briefadres. “De jongere heeft eindelijk het gevoel geholpen en gehoord te worden. Daardoor bouw je snel een vertrouwensband op en heeft het traject een veel grotere kans van slagen.”

Thomas Witteveen en de jongerenregisseurs Rona, Suzanne en Wendy

Van versnippering naar één plan

Hoe ga je te werk? Suzanne: “In het eerste gesprek bekijken we alle leefgebieden om te zien wat er acuut nodig is: is er een bron van inkomsten, is er werk of school, zijn er schulden, hoe gaat het psychisch? Ik breng dan snel in kaart wat er moet gebeuren en schakel alle partijen in. Van een geschikte opvangplek tot schuldhulp en traumaverwerking.”

Suzanne zorgt dat er binnen zes weken een trajectplan op tafel ligt, dat iedereen doet wat-ie moet doen en – niet onbelangrijk – dat de verschillende partijen samenwerken. “Voorheen werkte iedereen veel meer op zijn eigen eilandje. En elke partij maakte zijn eigen plan. Met als gevolg: lange wachttijden, frustratie bij de hulpverlening en jongeren die afhaakten. Nu doen we het anders: mijn trajectplan is leidend in het hele hulpverleningsproces. Het wordt gebruikt voor het aanvragen van alle voorzieningen, ook de Wmo, zodat iedereen niet steeds opnieuw een hele papierwinkel moet opstarten.” Dat scheelt veel tijd en administratieve handelingen. Bovendien worden deze acties nu tegelijk opgepakt in plaats van na elkaar.

Van lange adem naar kortste weg

Thomas licht toe wat de meerwaarde van de jongerenregisseur voor de gemeente is: “De jongerenregisseur sluit vanaf het begin aan, is een specialist op het gebied van dakloze jongeren en kent de kortste weg naar alle betrokken partijen. Er is een basis van vertrouwen, omdat de jongerenregisseur bij alle afdelingen binnen de gemeente bekend is. Hierdoor gaat het organiseren van hulp veel makkelijker. De zorg is niet langer versnipperd, waardoor de trajecten korter duren. Dat is beter voor de jongere én het bespaart de gemeente geld. De situatie vroeger was heel anders”, herinnert Thomas zich. “Toen moest een dakloze jongere eerst zelf een briefadres regelen, wat drie weken duurde – als hij of zij zich tenminste aan de voorwaarden hield. Daarna kon de jongere pas een uitkering aanvragen, waar weer allemaal andere voorwaarden aan verbonden waren. Kortom, het was op zo’n manier opgetuigd, dat het geen haalbare kaart was voor deze doelgroep.”

Van vele voorwaarden naar onvoorwaardelijke zorg

Thomas: “Dak- en thuisloze jongeren moeten aan allerlei voorwaarden voldoen willen ze aanspraak maken op een briefadres, een uitkering en een plek in de opvang. De onvoorwaardelijkheid ontbreekt. Terwijl juist deze jongeren die onvoorwaardelijke zorg het hardst nodig hebben. Aan de ene kant moet je soms grenzen stellen, aan de andere kant wil je laagdrempelig zijn: dat is een spannende balans. De controle loslaten en meer werken vanuit vertrouwen krijgt gelukkig steeds meer voet aan de grond.”

Pilot ‘Route briefadres’: geen adres, geen hulp

Zonder adres ben je nergens: je kunt geen uitkering en DigiD aanvragen, en daarom ook geen inzage krijgen in schulden. Zo belandt de dakloze jongere in een vicieuze cirkel. Dit is een landelijk knelpunt. Daarom is Haarlem de pilot ‘Route briefadres’ gestart. De gemeente verkent of ze meteen een briefadres kan toekennen, zodat de hulpverlening niet stagneert. Vernieuwende invalshoek: het advies van de jongerenregisseur is hierbij leidend.

Van ‘regels zijn regels’ naar buiten de lijntjes tekenen

Vaak zijn de intenties bij gemeenten heel goed, maar lukt het toch niet om echt vanuit het perspectief en belang van de jongere te handelen. Hoe gaan jullie hiermee om? Thomas: “Wij werken volgens de ‘omgekeerde toets’: uitgangspunt is niet onder welke wet- of regelgeving iemand valt, of niet valt. Nee, wij kijken wat er nodig is en hoe we dat kunnen organiseren. Ook als een jongere niet helemaal past binnen de kaders die wij als gemeente hebben bepaald. Misschien kan hij of zij niet alle bewijsstukken laten zien die nodig zijn voor een bijstandsuitkering – niet zo vreemd toch, voor iemand die niks heeft? Je moet dan bereid zijn om af en toe buiten de lijntjes te tekenen.”

Van vast spreekuur naar flexibel contact

“Als je wilt dat de jongerenregisseur echt naast de jongere staat, moet die ook buiten kantooruren bereikbaar zijn”, stelt Thomas. “Dat vergt een omslag in het organiseren van de uren. Geen spreekuur op dinsdagmiddag, maar afspreken naar behoefte. In het begin is dat misschien één of twee dagen per week. Verderop in het traject minder en tot slot nog af en toe een appje – dat kan ook ’s avonds zijn.”

Van controleren naar vertrouwen

Wat moet er nog gebeuren in de toekomst? Thomas: “Als gemeente moet je de hulpverlener als professional zien en het vertrouwen geven. Als zij met hun expertise vinden dat iets nodig is, dan ís het ook nodig. Als je de hulpverlening efficiënter maakt, is de jongere sneller geholpen en zijn de maatschappelijke kosten op de lange termijn veel minder hoog. Wanneer je dat voor elkaar hebt, heb je het sociale vangnet binnen de stad echt dichtgetimmerd.”

Wat levert meedoen aan het Actieprogramma op? “Het geeft ons momentum om nieuwe dingen te organiseren die het werk van de hulpverleners rond dak- en thuislozen makkelijker maken”, stelt Thomas. “Van de pilot om sneller een briefadres af te geven tot het realiseren van nieuwe woonvoorzieningen. Er zit ook een pilot rond knelpunten in de Participatiewet aan te komen. Als gemeente willen we onze werkwijze nog soepeler laten verlopen en kijken hoe we onze hulpverleners meer vertrouwen kunnen geven.”

Actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren 2019-2021

De jongerenregisseur is één van de speerpunten uit het Actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren van het ministerie van VWS. Dit gebeurt onder de eerste actielijn ‘preventie, nazorg en regie.’ Over heel Nederland zijn 14 gemeenten (waaronder Haarlem) met hulp van het Actieprogramma hard aan de slag gegaan met het beter organiseren en verbeteren van regie. Het Jongerenpanel denkt hierbij actief mee. Zij hebben aanbevelingen gedaan wat goed gaat en waar deze gemeenten mee aan de slag kunnen. Het doel is dat de 14 gemeenten aan het einde van het Actieprogramma goede voorbeelden van de invulling van de jongerenregisseur kunnen delen, om zo andere gemeenten te inspireren.

Van eilandcultuur naar integraal denken

Een ander effect dat Thomas opmerkt is dat afdelingen binnen de gemeente meer gaan samenwerken. “Integraal denken neemt steeds meer de plaats in van het klassieke beeld dat iedereen bezig is met z’n eigen ding en niet over de ‘schotten’ heen kijkt. Dit werkt ook landelijk door”, ziet hij. “Nu de pilot bij veertien gemeenten loopt, krijgen we een steeds duidelijker beeld van de problematiek rond dak- en thuisloze jongeren. Ook wordt steeds beter zichtbaar waar het binnen de bestaande voorzieningen niet lekker loopt. Nu dit landelijk aandacht krijgt, komen er uiteindelijk misschien wel wetswijzigingen in de Participatiewet, zoals de kostendelersnorm”, hoopt Thomas.

Suzanne, welke veranderingen bemerk jij in je werk? “Ik ben heel blij met de doorbraakbudgetten, een vrij besteedbaar budget dat je kunt inzetten als je echt alles hebt geprobeerd en vastloopt. En nu er meer huisvesting beschikbaar komt vanwege het Actieprogramma, geeft dat ons veel meer mogelijkheden.”

Van vele hulpverleners naar één gezicht

Op de vraag wat hij tegen andere gemeenten zou zeggen om hen te overtuigen van de Haarlemse aanpak, antwoordt Thomas: “Het is voor jongeren veel fijner en effectiever om met één contactpersoon te werken. Iemand die er is als je ’m nodig hebt, en ook langere tijd blijft. Voorheen kreeg een jongere te maken met heel veel verschillende gezichten in allemaal kortdurende trajecten.”

Van verlies naar winst

Ook het financiële stuk is een argument, weet Thomas: “Als je kunt voorkomen dat een jongere buiten de boot valt, is dat winst: het bespaart je hoge maatschappelijke kosten op langere termijn. Dit kun je alleen realiseren door tijdig de juiste ondersteuning te bieden op een manier die aansluit bij de jongere. Een specialist als de jongerenregisseur zou daarom onmisbaar moeten zijn in elke gemeente.”

Kies ook voor meer regie met de jongerenregisseur

Wil je meer weten over de aanpak in Haarlem? Of sparren over een struikelblok in jouw gemeente? Thomas vindt het leuk als je contact met hem opneemt e-mail: twitteveen@haarlem.nl.

Vijf tips voor jouw gemeente

  1. Stel een team van jongerenwerkers samen dat affiniteit met en kennis heeft van de doelgroep 16-27 jaar in een kwetsbare positie. Laat hen zich specialiseren in toekomstgericht werken, waarbij alle leefgebieden integraal worden meegenomen: wonen, zorg en ondersteuning, financiën, zinvolle daginvulling (school of werk) en het eigen netwerk.
  2. Geef professionals de ruimte en het vertrouwen om hun werk op een goede manier te kunnen doen.
  3. Richt de afdeling Sociale Zaken in met een compact jongerenteam. Kleine gespecialiseerde teams weten elkaar snel te vinden.
  4. Organiseer de uren anders, zodat de jongerenregisseur kan afspreken naar behoefte en er onvoorwaardelijk kan zijn, ook ’s avonds via Whatsapp.
  5. Stel een ketenregisseur aan bij de gemeente die de jongerenwerkers kan aansturen en als sparringpartner kan fungeren. En iemand die binnen de gemeente de partijen met elkaar kan verbinden.