Zes leidende principes

De zes leidende principes in het Actieplan zijn als een kompas voor wat we de komende jaren willen bereiken met het landelijke beleid. Ze worden gebruikt als meetlat om te beoordelen of het beleid op nationaal, regionaal en lokaal niveau goed gaat. Dit betekent dat we op basis van deze zes leidende principes veranderingen gaan realiseren, stimuleren en versnellen. Het duurt even voordat de verandering echt zichtbaar is, omdat veel partijen hun manier van denken, gedrag en houding moeten aanpassen.

1. Dakloosheid voorkomen is altijd beter dan opvang of herhuisvesting
Dakloosheid wordt vaak veroorzaakt door een samenloop van omstandigheden. Met de juiste inzet kan dakloosheid bijna altijd voorkomen worden. De overheid werkt de komende jaren aan het verbeteren van de zekerheid dat iedereen genoeg geld heeft om van te leven (bestaanszekerheid). We willen ervoor zorgen dat iedereen de kans krijgt om naar vermogen mee te doen. Met een basiszekerheid voor iedereen en de kans om vooruit te komen en actief deel te nemen aan de maatschappij. 
Bovendien moeten we extra stappen zetten om te voorkómen dat mensen dakloos worden. Zorgen dat mensen hun onderdak behouden, eventueel met ondersteuning op maat is dus belangrijk.

2. Huisvesting is een mensenrecht
Een plek om te wonen is essentieel voor een zelfstandig leven. Als mensen een stabiele plek hebben om te wonen, is de kans kleiner dat ze dakloos worden. Omdat huisvesting een mensenrecht is hoeven mensen die dakloos zijn niet te bewijzen dat ze er helemaal klaar voor zijn om een eigen woning te hebben, of dat ze het 'verdiend' hebben. Ze hebben gewoon recht op huisvesting.
Het beste is als ze meteen of zo snel mogelijk op een plek kunnen wonen die voor hen als thuis voelt, zonder eerst tijdelijk onderdak te hoeven zoeken. Als huisvesting langdurig en veilig is, kunnen eventuele gezondheids- en sociale problemen daarna beter worden aangepakt.

3. Respect voor keuze en eigen regie van mensen
Mensen die geen dak boven hun hoofd hebben of mensen die het risico lopen om dakloos te worden, zijn net als iedereen volwaardige leden van de samenleving met hun eigen rechten en verplichtingen. Het is van belang dat zij de kans krijgen om zelfstandig mee te beslissen over zaken die hen aangaan. Bij elke beslissing die hun leven beïnvloedt draait het om de persoon zelf: iemand moet zelf keuzes kunnen maken en daar verantwoordelijkheid voor nemen. Er wordt geen druk uitgeoefend of gedreigd met uitzetting, zolang iemand zich gedraagt zoals elke andere inwoner – bijvoorbeeld door huur te betalen en geen overlast te veroorzaken.
Als iemand ervoor kiest om niet volledig te stoppen met het gebruik van middelen, wordt hij of zij niet gedwongen om te stoppen. In plaats daarvan is het doel om het gebruik van middelen en de schade door mentale problemen zoveel mogelijk te verminderen of te stabiliseren, zodat de bewoner in een huis kan blijven wonen.

4. Scheiden van wonen en zorg
Wonen en zorg zijn aparte zaken. Aan mensen die dakloos zijn of dreigen te worden, worden geen eisen gesteld die niet ook voor andere mensen gelden.
Een huis hebben is belangrijk omdat het je de vrijheid geeft om je eigen leven te leiden. Als je je eigen plek hebt, voel je je meer verbonden met de rest van de maatschappij. Daarnaast kunnen mensen, als dat nodig is, hulp krijgen om aan hun doelen te werken: denk hierbij aan contact met vrienden en familie verbeteren (netwerk opbouwen), daginvulling realiseren en schulden of verslaving aanpakken.
Het is belangrijk dat plekken voor welzijn ook in de buurt beschikbaar zijn. Sommige mensen vinden het fijn om een eigen woonplek te huren, terwijl anderen liever op een plek wonen waar ze wat extra hulp kunnen krijgen, zoals in een speciaal project, een plek met begeleiding, of een beschermde woonomgeving waar altijd iemand is om te helpen. Wat telt, is dat de persoon die er woont de keuze heeft en voelt dat hij of zij de regie heeft over z’n eigen leven en beslissingen.

5. Ondersteuning is gericht op herstel
Herstel betekent dat mensen op hun eigen manier weer kunnen leven, werken, leren en meedoen in de samenleving. Dit proces van herstellen is voor iedereen anders en heel persoonlijk. Het is belangrijk dat de hulp die je krijgt niet probeert je te controleren, maar juist helpt om je leven beter te maken. Mensen met ervaringskennis weten goed hoe zij kunnen helpen. Het gaat erom vertrouwen op te bouwen door met elkaar te praten en te luisteren. Op die manier kan iemand herstellen op zijn eigen manier. Uiteraard hoort het erbij om af en toe risico's te nemen en fouten te maken. Dat is juist een deel van het groeien en het sterker maken van vertrouwen. Als we praten en samenwerken, is het doel altijd om samen oplossingen te vinden. Dit vraagt vaak een nieuwe manier van werken en omgaan met elkaar.

6. Ondersteuning is flexibel en op maat
Een woning is pas het begin van herstel. Om goed op eigen benen te kunnen staan, kan het nodig zijn om langere tijd wat hulp te krijgen. Dat betekent niet dat iemand altijd veel hulp nodig heeft, maar het kan wel een tijdje duren. Het draait allemaal om wat iemand nodig heeft en wat hij of zij graag wil bereiken in het leven, zolang dat ook past bij een fijne en veilige plek om te wonen. Dit vraagt veel van de band tussen de mensen die helpen, zoals professionals, mensen die ondersteunen en de mensen om degene die eerder dakloos was heen. Ze moeten goed kunnen inspelen op wat die persoon nodig heeft. 
Het is belangrijk dat mensen die ondersteunen goed getraind zijn. Dat zij samen met mensen die dichtbij de mensen die dakloos zijn of waren staan. En dat zij samenwerken met ervaringsdeskundigen die begrijpen wat iemand doormaakt.